Nieuwe bewegingsziekte ontdekt

Bij een jonge patiënt met een bewegingsstoornis, een ontwikkelingsachterstand, autisme en ADHD is een nieuwe ziekte ontdekt. Uit onderzoek van het UMC Utrecht en het Max Planck Institute blijkt dat een fout in de communicatie tussen de zenuwen de oorzaak is. Deze fout is het gevolg van een mutatie in het DNA van het synaptische UNC13A-eiwit. Mogelijk speelt dit bij veel meer patiënten een rol. Het onderzoek verscheen afgelopen week in The Journal of Clinical Investigation.

Het onderzoek dat tot de ontdekking van deze nieuwe ziekte leidde, startte met observaties door dr. Gepke Visser, kinderarts metabole ziekten in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (onderdeel van het UMC Utrecht). Zij zag de patiënt met ongewilde hyperbeweeglijkheid (dyskinesie) vanaf vlak na zijn geboorte. Visser: “Al in de wieg was hij zo opvallend beweeglijk, dat hij veel sokjes versleet.” Later blijkt hij ook een ontwikkelingsachterstand, autisme en ADHD te hebben, waarvoor hij wordt gezien in het Sylvia Tóth Centrum voor complexe aandoeningen.

DNA-onderzoek

Bij het onderzoek in dit centrum naar de klachten werken kinderartsen, de ouders en laboratoriumspecialisten samen met, neurowetenschappers, onderzoekers, klinisch genetici, een kinderneuroloog, -fysiotherapeut, -psychiater en –psycholoog. Een doorbraak volgt met de inzet van whole exome sequencing (WES): een uitgebreid onderzoek naar het DNA van het kind. “Daarbij vonden we een mutatie in het DNA van het synaptische UNC13A-eiwit. Dat eiwit heeft een cruciale rol in de communicatie tussen zenuwcellen. Gaat daar iets mis, dan kan dat een bewegingsstoornis veroorzaken, maar ook psychiatrische klachten geven”, aldus dr Judith Jans, laboratoriumspecialist bij de afdeling Genetica. Bij haar analyse werkte ze samen met moleculair neurobioloog prof.dr. Nils Brose (Max Planck Institute, (Göttingen). Brose doet al jaren bij muizen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar het eiwit. Het UMC Utrecht heeft nu voor het eerst de mutatie gevonden in een menselijk UNC13A-eiwit.

Autisme

Een vergelijkbare mutatie kan behalve in het UNC13A-eiwit ook in andere eiwitten optreden die betrokken zijn bij de signaaloverdracht tussen zenuwcellen. Dit maakt dat de bevinding waarschijnlijk van betekenis is voor meer patiënten met neurologische en/of psychiatrische aandoeningen. De studie onderstreept het enorme belang van een heel precieze communicatie tussen zenuwcellen voor het normaal functioneren van de hersenen. Dr. Jacob Vorstman, kinderpsychiater bij het UMC Utrecht Hersencentrum: “We zijn weer een stap verder in het ontrafelen van biologische mechanismen rondom autisme, ADHD en andere ontwikkelingsstoornissen. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van diagnostiek en behandeling bij deze groep patiënten.”